Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik zeg niet [23]van u allen: Ik weet, welke Ik [24]uitverkoren heb; maar [dit geschiedt], opdat de Schrift vervuld worde: [25]Die met Mij het brood eet, heeft tegen Mij zijn [26]verzenen opgeheven. 23. Namelijk dat gij allen dat zult nakomen. Want Judas zou het niet doen, gelijk volgt. 24. Namelijk tot de eeuwige zaligheid; Ef.1:4. 25. Dat is, die dagelijks aan mijne tafel is en met mij omgaat. 26. Dat is, heeft zich vijandelijk tegen mij gesteld. Zie de aantekeningen Ps.41:10.